Boomvarens:
Boomvarens ofwel Tree Ferns genaamd groeien verspreid over een groot gebied van de wereld, ze stammen uit de tijd van de dinosauriërs! Toen bevolkten ze de hele wereld. De bekendste boomvaren geslachten zijn Dicksonia en Cyathea.
De in ons land meest bekende en zelfs buiten toegepaste Dicksonia antarctica en Dicksonia fibrosa komen oorspronkelijk van de hoogtevlaktes van Tasmanië en Nieuw-Zeeland, waar een koel zeeklimaat heerst op een hoogte tussen de driehonderd en duizend meter. Deze kunnen tegen strenge vorst in hun omgeving, al duurt deze in hun natuurlijke omgeving niet zo lang als onze winters! Het is een schaduwminnende plant, maar met voldoende vocht is hij ook geschikt voor zonnige locaties.
Groeiwijze en bewatering
De Dicksonia boomvarenstammen bestaan geheel uit levende wortels en het groeipunt zit boven in de kruin, hierdoor kunnen deze in het land van oorsprong boven de grond met een kettingzaag worden afgezaagd. Daarna worden ze gekoeld getransporteerd als kale stam met al de bladeren eraf gehaald. De hergroei wordt in ons land in gang gezet door de hele stam te bevochtigen en in het bijzonder de kop van de stam. Een Dicksonia boomvaren zal dus altijd in uw serre blijven passen want u kunt hem op elke gewenste hoogte afzagen. Het bovenste gedeelte met het groeipunt kunt u herplanten en zal dan weer opnieuw wortelen, het onderste gedeelte wat overblijft is dus dood. Nu is u ook duidelijk waarom de stam, die bestaat uit levende wortels, vochtig dient te blijven.
Het geslacht Cyathea moet wel met wortels geïmporteerd worden. Deze hebben dus net als normale planten wel ten alle tijden hun wortels aan de basis nodig en kunnen maar zeer bescheiden van de krachten in de rest van hun stam gebruik maken. U kunt er vanuit gaan dat u bij een goed gewortelde boomvaren nooit teveel water kunt geven, omdat dit langs de stam afgevoerd wordt. De stam bestaat namelijk uit wortels van de plant en humus. Daarom dienen alle boomvarens, waaronder ook de Cyathea soorten, van boven water te krijgen en de stam dient vochtig te blijven, een sproei-installatie in uw tuin zou het gemakkelijkste zijn.
U dient zéér weinig water te geven bij de volgende omstandigheden:
1) als de boomvaren geen bladeren heeft, want hij kan dan het overtollig vocht niet verdampen via de bladeren.
2) bij slecht of nog niet gewortelde boomvarens.
3) bij koudere temperaturen, hoe kouder hoe minder tot geen water.
Bovengenoemde punten blijft een gevoelskwestie afhankelijk van de grootte van de plant, standplaats en temperatuur, richtlijnen zijn de buitenkant alleen nevelen of 1 tot 2x per week 2 liter water geven.
Bladeren
Vanuit de kop van de stam verschijnen de eerste bladeren in drie tot acht weken en deze zijn na het uitkomen bijna volgroeid. De bladeren komen in het voorjaar met tien tot dertig tegelijk, afhankelijk van de stammaat en soort. Individuele bladeren verschijnen het hele jaar door. Verdroogde bladeren moeten 10 cm boven de stam afgeknipt worden, dit stimuleert de groei van nieuwe bladeren.
De stam
Een beetje maat Dicksonia boomvaren is al snel 50 tot 100 jaar oud, want ook in ons klimaat is de lengtegroei van Dicksonia stammmen maar 2 tot 4 centimeter per jaar, afhankelijk van soort en standplaats. Sommigen Cyathea soorten zoals C.medullaris en C.cooperi kunnen echter wel 15 tot 20 cm stam per jaar groeien.
De wortels en voeding
De relatie tussen de wortels en de stammaat is bij grote boomvarens minder belangrijk dan bij andere planten.
Zorg wel bij kleine planten voor een grote pot omdat de boomvaren zich veel beter ontwikkelt en sneller groeit. Bij een nieuwe aanplanting ontwikkelen de wortels zich vrij snel, maximaal 8 weken. De stam bestaat uit een netwerk van wortels welke belangrijk zijn voor de voedingstoffen. Om grote bladeren te krijgen, kunt u het beste in het voorjaar oplosbare plantenvoeding aan het water toe te voegen (de helft meer verdunnen als op de gebruiksaanwijzing), en deze over de kop te gieten. De bladeren kunnen dan 2x zo groot worden als normaal. U kunt dit iedere 6 weken herhalen, maar stop eind juli met bemesten zodat de plant zich gereed kan maken voor de winter.
Temperatuur
Bij D.antarctica en D.fibrosa varieert de temperatuur in hun natuurlijke omgeving tussen -13°C en + 35°C. In een buitensituatie of solitaire aanplanting kunnen temperaturen van -5°C en kouder gemakkelijk doorstaan worden, op voorwaarde dat de stam goed geworteld is. Mijn ervaring is dat als het -10°C vriest en de dagtemperatuur overdag boven de 0C° uitkomt, ze dit zelfs zonder bescherming overleven. Van de Cyathea soorten zijn de meeste alleen geschikt als kuipplant, overwinteringtemperaturen zijn op zijn best bij 12°C, maar ze zijn ook te overwinteren bij 3 tot 5°C graden.
Binnen of buiten
Het beste is alle boomvarensoorten als kuipplant te houden, of in de volle grond in oranjerie of serre. Voor de durvers zijn er buiten mogelijkheden, zoals de bekende D.antarctica en D.fibrosa.
Minder bekend omdat ze moeilijk tot niet te verkrijgen zijn, maar ook geschikt met bescherming voor buiten zijn D.sellowiana (volgens mijn ervaringen is deze zelfs winterharder dan D.antarctica). Verder kunnen toegepast worden Cyathea dregei, C.australis, C.smithii en C.dealbata. Nadeel zijn langzamere groei en kleinere bladeren en het blijft altijd een risico! Genoemde en andere soorten zijn binnenshuis moeilijk tot niet te houden, daar een hoge luchtvochtigheid vereist is. Advies is deze majestueuze planten als kuipplant, of in een koele serre te houden.
Boomvarens en winterbescherming
Wanneer de temperatuur in de buurt van de -5°C komt en er een strenge vorst in het vooruitzicht is, neem dan volgende voorzorgsmaatregelen. In zijn natuurlijke omgeving werkt de vorm van de bladeren als een trechter voor afgevallen bladeren van bomen die in de omgeving staan. De composterende bladeren werken als isolatie gedurende de wintermaanden en worden in de lente door het nieuwe schot er weer uitgeduwd.
Dit proces kan worden nagebootst door handmatig composterend blad of ander materiaal zoals stro in de kop te plaatsen. Dit moet bij voorkeur in de herfst gebeuren.
Bind de bladeren bij elkaar en wikkel hier en om de stam 4 lagen vliesdoek omheen. Dit reduceert de vorst met enkele graden per laag. Een kleine boomvaren kunt u geheel afdekken met stro en bladeren. Probeer zoveel mogelijk blad er aan te laten zitten: hoe meer blad er in het voorjaar nog aan zit, des te krachtiger loopt de boomvaren in het voorjaar weer uit.
Als de temperatuur over langere tijd het toelaat, pakt u de boomvaren weer uit omdat uitdroging in de winter ook een gevaar is. Zorg dus altijd ook in de winter voor voldoende vocht.
Bij een grote boomvaren pakt u alleen de kop van de stam met vliesdoek flink in. Hier zit namelijk het groeipunt en dus het kwetsbaarste gedeelte van de stam. Dit laat u ook de hele winter ingepakt.
Met het onderste stuk van de stam bent u flexibel wat inpakken betreft, zodat de boomvaren via dit stuk voldoende vocht kan opnemen en niet uitdroogt. Bijvoorbeeld: gedurende een strenge vorstperiode draait u hier rietmatten omheen, komt er langere tijd geen vorst dan haalt u dit stuk weer weg, enz.
Beplantingsmogelijkheden
Composterende luchtige grond bevordert de worteling van de stam. Gebruik hiervoor als alternatief een degelijke universele potgrond, en meng hier het liefste nog perliet of Portugese boomschors (bark) van de Pinus Maritime doorheen (gewone houtschors is slecht). Als regel wordt bij Dicksonia’s ¼ van de stam in de grond geplaatst. Bij grotere maten kan hiervan afgeweken worden op voorwaarde dat de plant voldoende stabiel staat.
De boomvaren is eveneens geschikt als potplant. Daar hij een klein wortelgestel heeft kan hij jaren in dezelfde pot blijven staan. Dit maakt dat deze eveneens geschikt is voor interieurbeplanting met de juiste omgeving. De plant heeft wel vaak verzorging nodig omdat de stam vochtig dient te blijven!
© Copyright Tropical Centre. Alle rechten voorbehouden.